Hij stond hier als kind al tussen de bloemen; Jan Vos viert 40 jaar in eeuwenoud Zwols koetshuis

Zwolle – Terwijl veel mensen voor de Kerst even gas terugnemen, staat bloemist Jan Vos gewoon in zijn winkel aan de Zeven Alleetjes. Tussen kerstboeketten, dennengroen en amaryllissen viert hij dit jaar een bijzondere mijlpaal: veertig jaar geleden nam hij de bloemenzaak over van zijn vader. Een familiebedrijf dat al 125 jaar diep verankerd is in de Zwolse binnenstad.

„Ik ben hier letterlijk opgegroeid,” zegt Vos, zittend in de serre van de bloemenwinkel. „Dit pand is mijn leven.”

Van vader op zoon

Op 31 december 1985 zette Jan Vos zijn handtekening onder de overdracht. Zijn vader, die de zaak in 1955 had overgenomen, moest vanwege versleten heupen stoppen. Jan was toen pas 25 jaar. „Het was nooit echt de bedoeling dat ik het zo zou doen,” blikt hij terug. „Ik volgde de opleiding hovenier. Vader zou de winkel doen, ik het groen buiten. Maar het liep anders.”

Als Jan het diploma haalt, dan is het diploma niks waard.

School zag hem weinig. „Ik was vooral hier. In de winkel, tussen de bloemen.” Toch haalde Jan Vos zijn diploma. Op school werd daar soms schertsend over gedaan. „De leraren zeiden: ‘Als Jan het diploma haalt, dan is het diploma niks waard.’ Hoe kon iemand die er bijna nooit was, toch dat papiertje krijgen?

Vos vond er zijn eigen manier op. „Ik ging zondags, bij wijze van spreken, alle takjes afknippen van de planten die je moest leren.” Door zich in het weekend bij te spijkeren, lukte het hem alsnog om het noodzakelijke diploma te behalen en daarmee ook het destijds verplichte middenstandsdiploma.

Bloemen bij het leven

In veertig jaar zag Vos generaties Zwollenaren langskomen. „Je bent er bij alles: geboortes, bruiloften, jubilea. Maar ook bij afscheid.” Juist dat laatste raakt hem. „Bij een overlijden kun je mensen echt steunen. Een mooi bloemstuk zegt soms meer dan duizend woorden.”

Volgens Vos is dat de kracht van zijn vak. „Je maakt mensen blij, maar je bent er ook op de moeilijkste momenten.”

Kerst op stand

Een van de hoogtepunten uit zijn carrière? Grote kerstklussen, zoals het aankleden van zalen in luxe hotels op de Veluwe. „Dan begon het al bij de entree. Alles in kerstsfeer. Tot het laatste moment werken, terwijl de gasten bijna binnenkwamen. Spannend, maar prachtig.”

Zijn favoriete bloem? „De delphinium. Die diepe blauwe kleur. En de paradijsvogelbloem blijft ook bijzonder.”

Oud koetshuis

Het pand waarin de bloemenzaak is gevestigd, vertelt zelf ook een verhaal. Oorspronkelijk werd het gebouwd als koetshuis, bedoeld voor rijtuigen van een naastgelegen woning aan de singel. „Dit pand is eigenlijk gebouwd voor koetsen,” vertelt Jan Vos. „Je kunt boven ook nog zien waar de poorten hebben gezeten.” Later deed het gebouw dienst als garage, voordat het langzaam een andere functie kreeg.

Pas daarna werd het een winkel, met daarachter woonruimte. Zowel de familie Rigter, die de bloemenzaak rond 1900 oprichtte, als later de ouders van Vos, woonden in het pand. „De winkel en het woonhuis liepen toen helemaal in elkaar over,” legt hij uit. „Hier kwamen de mensen binnen, daar werd gewoond.” Jarenlang waren werk en privé letterlijk met elkaar verweven.

In de loop der tijd veranderde dat. De woonruimtes werden stap voor stap bij de winkel getrokken. „Ik heb dat er eigenlijk allemaal uitgesloopt,” zegt Vos nuchter. „Toen kregen we hier ineens vier meter hoogte. Boven kantoor, beneden winkel.” Zo groeide het pand mee met de zaak, zonder zijn bijzondere vorm te verliezen. „Het is ook een apart gebouw,” zegt hij. „Twee muren zo, en aan één kant helemaal rond.”

Kas

Onder leiding van Jan Vos volgde verdere uitbreiding. Aan de achterzijde liet hij een grote kas bouwen, waardoor er meer ruimte kwam voor bloemen en planten. „Het is hier altijd rond de zeventien, achttien graden,” zegt hij. „Dat moet ook wel, voor de planten.” Oudere technieken en moderne aanpassingen gaan er hand in hand. „Die kappen kunnen zelfs automatisch open en dicht.”

Zo groeide het voormalige koetshuis uit tot een volwaardige bloemen- en plantenzaak, waarin de geschiedenis nog altijd zichtbaar is. En inmiddels werkt Jan Vos daar al meer dan veertig jaar, samen met dochter Sandra, die ook in de zaak werkzaam is — waarmee opnieuw een volgende generatie onderdeel is geworden van het familieverhaal.