Vapen steeds populairder onder Zwolse jongeren
Zwolle – Het gebruik van e-sigaretten onder jongeren in Zwolle neemt in hoog tempo toe. Uit recente cijfers blijkt dat 9,1% van de leerlingen in de tweede en vierde klas van het voortgezet onderwijs wekelijks vapet. Daarnaast geeft 5,3% van de scholieren aan zelfs dagelijks een e-sigaret te gebruiken. Dit blijkt uit onderzoek van vergelijkingssite Independer. De trend onder jongeren baart experts zorgen, vooral vanwege de verslavende en schadelijke stoffen in vapes.
Schrikbarende stijging
Het aantal jongeren dat regelmatig vapet is de afgelopen vier jaar explosief gegroeid. Landelijk gezien is er sprake van een stijging van maar liefst 405,6% in het aantal wekelijkse gebruikers. Het aantal jongeren dat dagelijks een e-sigaret gebruikt, is zelfs met 800% toegenomen. Ook in Zwolle is deze trend duidelijk zichtbaar. Het toenemende gebruik roept vragen op over de bewustwording van de gezondheidsrisico’s onder jongeren.
Gezondheidsrisico’s onderbelicht
Volgens zorgverzekeringsexpert Mirjam Prins van Independer wordt vapen vaak gezien als een onschuldig alternatief voor roken, maar niets is minder waar. “De damp van een e-sigaret bevat verslavende en schadelijke stoffen zoals nicotine, propyleenglycol, glycerol en aldehyden. Deze stoffen kunnen irritatie aan de keel en longen veroorzaken en mogelijk schade aan het hart- en vaatstelsel aanrichten.” Ondanks deze risico’s heeft bijna 30% van de jongeren al eens een e-sigaret gebruikt.
Hulp bij stoppen is gratis
Hoewel steeds meer jongeren verslaafd raken aan vapen, weten velen niet dat er gratis hulp beschikbaar is. “Hulp bij stoppen met vapen wordt volledig vergoed vanuit de basisverzekering en kost geen eigen risico,” legt Prins uit. Jongeren tot 18 jaar zijn meeverzekerd bij hun ouders en kunnen jaarlijks een poging wagen om te stoppen. Mocht dit niet in één keer lukken, dan kan een aanvullende verzekering extra ondersteuning bieden.
Bron: Independer
Over dit onderzoek
De cijfers in dit artikel zijn gebaseerd op onderzoek van het RIVM en de GGD’en. Deze gegevens zijn verzameld in 2023 en vergeleken met eerdere data uit 2019. De onderzoeken worden iedere vier jaar uitgevoerd onder scholieren in de tweede en vierde klas van het voortgezet onderwijs.