Interreligieuze viering in Grote Kerk Zwolle over kracht van hoop
Zwolle – Het Academiehuis De Grote Kerk in Zwolle was zondagavond het decor voor een bijzondere interreligieuze vredesviering, waarin hoop centraal stond. Mensen van verschillende achtergronden en geloven – joden, christenen en moslims – kwamen samen onder het thema “Hoop doet leven”.
Een boodschap van verbinding
De bijeenkomst werd geopend met inleidende woorden uit de Joodse, Islamitische en Christelijke tradities. Ingrid Petiet van de Synagoge, imam Ismael Harman van de ULU-moskee en dominee Nelleke Eygenraam van de Protestantse Kerk gaven ieder vanuit hun geloofsperspectief invulling aan de boodschap van hoop en vrede.
Daarnaast werden gedachten gedeeld door de drie voorgangers uit de religies. Het gedicht ‘Hoop’ benadrukte de innerlijke kracht van hoop, als een kwaliteit van de ziel: “Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, zonder dat je de afloop weet.”
Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, zonder dat je de afloop weet.
Een traditie van vrede
De interreligieuze nieuwjaarsviering, georganiseerd door de Zwolse werkgroep SLAG (Samen Leven Anders Geloven), is een jaarlijkse traditie in Zwolle. Sinds 1992 brengt deze viering mensen samen om te bidden voor vrede en elkaar te ontmoeten.
“We zoeken naar verbinding, niet alleen met elkaar maar ook met de Eeuwige, God of Allah,” zegt Wil van de Meeberg, secretaris van SLAG. “Hoop gaat verder dan optimisme. Het is de kracht om, ondanks verschillen, samen te werken aan vernieuwing en vrede.”
Gedicht HOOP
Diep in onszelf dragen we hoop: is ze niet daar, dan is zij nergens.
Hoop is de kwaliteit van de ziel
en hangt af van wat er in de wereld gebeurt.
Hoop in deze diepe krachtige betekenis
is niet hetzelfde als vreugde om wat goed gaat
of bereidheid om je in te zetten voor wat succes heeft.
Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, zonder dat je de afloop weet.
Het is hoop, meer dan wat ook,
als kracht die ons verbindt om samen te leven en voortdurend nieuwe dingen uit te proberen, zelfs in omstandigheden die hopeloos lijken.
tekst toegeschreven aan Vaclav Havel