Zwolle – Op 16 oktober a.s. opent in Kasteel het Nijenhuis in Heino / Wijhe de tentoonstelling ‘Theo Kurpershoek Een loflied’ op de zichtbare wereld. De schilderijen en prenten van Theo Kurpershoek (1914-1998) zijn geliefd bij kenners, particuliere verzamelaars en kunstenaars en zijn opgenomen in verschillende museale collecties. Theo Kurpershoek was een veelzijdig kunstenaar die zijn carrière begon als reclametekenaar en boekvormgever en zich vervolgens ontwikkelde tot een getalenteerd houtgraveur en schilder van schoonheid.
Theo Kurpershoek
Theo Kurpershoek, geboren in Rotterdam, volgde in de jaren dertig van de vorige eeuw de avondopleiding van de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Overdag werkte hij als reclametekenaar. Samen met o.a. Herbert Fiedler, Hans van Norden en Nicolaas Wijnberg richtte hij in 1948 schildersgroep De Realisten op. Deze groep bood tegenwicht aan de grote aandacht van musea en critici voor de abstraherende kunst en Cobra. Net als andere klassiek- moderne Nederlandse kunstenaars als Otto B. de Kat en Friso ten Holt sloot Kurpershoek aan bij de Europese modernistische traditie van de twintigste eeuw.
Bij een groter publiek is Theo Kurpershoek vooral bekend als vormgever van de Salamander-reeks van uitgeverij Querido in de jaren ’50. Verschillende van zijn boekontwerpen wonnen de prijs voor het best verzorgde boek van de CPNB. Theo Kurpershoek was daarnaast ook een virtuoos graficus en maakte veel houtgravures. In de jaren ’50 kreeg hij verschillende opdrachten voor toegepaste kunst van de gemeente Amsterdam. In diezelfde stad was hij docent aan de Rietveldacademie en aan de Rijksakademie. De grootste verrassing vormen zijn schilderijen: kleurrijke zelfportretten, stillevens, interieurs, portretten en landschappen. Theo Kurpershoek schilderde graag in de heuvelachtige omgeving van zijn vakantiehuis bij ’s Gravenvoeren, net over de grens bij Maastricht.
Een kleurrijke wereld
De heldere kleuren van het werk stralen zonovergoten levensvreugde uit. Ongeveer 50 schilderijen en zo’n 20 werken op papier uit particulier en museaal bezit getuigen van zijn soepele techniek en verplaatsen de kijker naar een plezierige, kleurrijke wereld. Bij de tentoonstelling verschijnt bij Waanders Uitgevers een monografie over Theo Kurpershoek, onder redactie van Feico Hoekstra, met bijdragen van Camée van Blommestein, Marijn Schapelhouman en Marguerite Tuijn, die ook de tentoonstelling samenstelde. Deze publicatie wordt mogelijk gemaakt door de Stichting Otto B. de Kat, die streeft naar meer aandacht voor de kunstenaars die aan de Rijksakademie in Amsterdam werden opgeleid en in weerwil van de heersende mode in de decennia na de Tweede Wereldoorlog figuratief bleven schilderen.
