Kanker hielp Roos haar trauma’s te overwinnen
Zwolle – Wat als je door jeugdtrauma’s en nare ziekenhuiservaringen nooit weer een ziekenhuis in durft te gaan, maar plotseling een bobbel in je nek voelt? Het overkwam Roos Steen uit Zwolle. En toen die bobbel inderdaad kanker bleek te zijn, moest ze ineens juist heel veel naar het ziekenhuis. Over het overwinnen van die angsten, en hoe zorgpersoneel daar mee om kan gaan, schreef ze een boek, dat eind oktober verschijnt.
“Het klinkt misschien gek, maar ergens heeft de kanker me geholpen.” Roos wijst naar de bobbel in haar nek. “Voordat deze bobbel er was, wist ik zeker dat ik nooit een voet in het ziekenhuis zou zetten. Maar de angst om niet te weten of ik kanker had, was groter dan de angst voor het ziekenhuis. En dat zegt wel wat.”
Jeugdtrauma’s leiden tot stoornis
Want Roos had een grote angst voor het ziekenhuis ontwikkeld. “Ik heb als kind erg nare ervaringen gehad in het ziekenhuis. Die trauma’s waren zo heftig, dat ik in het begin van de coronaperiode alleen al bij het zien van mondkapjes op televisie een dissociatieve uitval had. Dan had ik geen controle meer over mijn lichaam, en viel ik op de grond.”
Een paar jaar eerder was Roos gediagnosticeerd met een Dissociatieve identiteitsstoornis (Dis). Ze heeft een hulphond, Rollo, die haar dissociaties aan voelt komen en haar helpt. Samen met Rollo moet ze vanaf begin 2021 toch naar het ziekenhuis, vanwege de bobbel in haar nek. Het blijkt lymfeklierkanker. “Het is niet te genezen, maar het groeit ook heel langzaam. Een chronische ziekte dus.”
Geen persoonlijk verwerkingsproces
Tijdens al haar ziekenhuisbezoekjes observeert Roos haar contact met het zorgpersoneel. “Wat vind ik lastig, op welke manier kunnen we dit anders doen zodat mijn angst minder wordt, dat soort vragen stelde ik mezelf steeds.” Al die ervaringen van het eerste jaar schreef ze op, en bundelde ze tot een boek. ‘Tegelijkertijd; hoe kanker me helpt bij het herstellen van Dis’, heet het boek.
“Ik heb vanuit mijn ervaringen praktische oplossingen bedacht voor ingewikkelde contactmomenten”, legt ze uit. “En ik beschrijf mijn gevoelens in het ziekenhuis op zo’n manier, dat ik hoop dat het zorgmedewerkers ook aanzet tot reflectie op hun handelen. Dit boek is niet bedoeld als persoonlijk verwerkingsproces; ik hoop dat er een gesprek op gang komt, zodat het ziekenhuis minder een enge plek hoeft te worden voor mensen die daar angst voor hebben.”
Boek vol humor
Is het boek dan alleen bedoeld voor zorgpersoneel? “Nee, absoluut niet”, zegt Roos stellig. “Het is een beschrijving van mijn eigen proces. Het gaat ook over het leren aangeraakt worden in een ziekenhuis, en hoe dat me hielp te gaan daten en een relatie aan te gaan. Het verhaal is soms pijnlijk, soms grappig, maar volgens mij altijd leerzaam, voor iedereen. Het boek daagt je uit tot zelfreflectie, maar is ook hoopvol. Want de kanker blijft dan wel, maar van mijn Dis ben ik aan het herstellen.”
Nu is het haar missie om de zorg toegankelijker te maken voor mensen met een trauma. En dus publiceert ze niet alleen haar boek, maar houdt ze ook een symposium, waar ze haar boek presenteert en waar iedereen in gesprek kan gaan over kanker, over trauma’s in de medische zorg of over Dis en de therapie daarvoor. “Juist dat gesprek, dat vind ik belangrijk. Ik hoop dat mijn proces kan bijdragen aan een betere en toegankelijkere zorg, voor iedereen.”