ColumnsHanneke PoelmansRadioRadio gemist

Hanneke Poelmans – Houd moed

Iedere laatste vrijdag van de maand verblijdt Hanneke Poelmans ons met een column over datgene wat haar bezighoudt. Hanneke is een veelzijdig creatief talent in onze stad: tekstschrijver, dichter, debatleider, moderator en spreker over bijvoorbeeld (haar) autisme. Daarnaast geeft ze gastlessen voor ProDemos over de democratie en rechtsstaat en is ze werkzaam als communicatiemedewerker bij Dimence.

Houd moed

Overal in de stad hangen ze: witte spandoeken of vlaggen met dikke zwarte letters met daarop de tekst: heb lief. Aan de Peperbus, aan de gevels van winkels, scholen en kantoren. Eronder, in wat minder grote zwarte letters: Ronald A. Westerhuis. De Zwolse kunstenaar heeft er een heel project omheen gemaakt met filmpjes en posters die mensen zelf kunnen uitprinten.

Het is ontzettend goed bedoeld, maar met goede bedoelingen winnen we de oorlog niet. Met zeurcolums daarover ook niet, dus dat schiet niet veel op. Toch uit ik hier mijn ergernis. Wat de spandoeken bij mij oproepen is namelijk het tegendeel van wat ze beogen. Ik word er geïrriteerd van, niet echt de goede vibe om mee lief te hebben. Ik krijg de neiging om terug te schreeuwen: ‘Dat bepaal ik zelf wel!’ Daarnaast is het zo ontzettend soft, iets wat bij veel mensen blijkbaar aanslaat, maar bij mij volledig de plank misslaat. Hoezo: heb lief? Als liefde het ultieme recept was voor alle ellende in de wereld, dan leefden we allang in het paradijs. Waarschijnlijk wordt ermee bedoeld: sta in deze moeilijke tijden stil bij wat écht belangrijk is, namelijk elkaar. Heb elkaar lief. Maar dat is een inkleuring van de bedenker, die ik zelf niet deel en die bij mij ook niet binnenkomt. Het is bovendien zo futloos.

‘Houd moed’ zou in mijn ogen een veel activerender oproep zijn. Ja, het is kut allemaal, maar houd moed. Zet door. Houd vol. Wees sterk. Maar ook daar hoef ik geen posters van in de stad te zien. Want ook dat vereist iets van mensen wat je niet van iedereen kunt vragen. En het legt mensen bijna dwingend iets op. Ook dit kan irritatie opwekken, maar het geeft tenminste hóóp. Dat heb ik met ‘heb lief’ helemaal niet. Ik heb geen enkele illusie dat we elkaar opeens meer lief gaan hebben door die, bijna wanhopige, boodschap. ‘Heb lief, in godsnaam!’ Juist de druk om lief te hebben, zou kunnen zorgen voor meer ruzie. Juist nu we zo op elkaars lip zitten de hele tijd, wordt liefhebben een grotere uitdaging.

Dat de posters óveral hangen, soms slordig bevestigd, maakt het onbedoeld ook aan inflatie onderhevig. Het wordt een cliché. Een Xenos-tekst. Wat overal is, zie je op den duur niet meer. Of wordt een ergernis. Net als de knuffelbeertjes die nog steeds achter vele ramen prijken. Ze geven me eerder een triest gevoel, dan een gevoel van hoop of troost. Maar dat zal ongetwijfeld aan mij liggen. Als ik langs de doeken loop of fiets prevel ik nu maar zachtjes tegen mezelf: houd moed, houd vol, adem in, adem uit, this too shall pass.

Eenzelfde ergernis, ja ik ga nog even lekker door, ik ben hier nu toch, bekroop me bij het levensgrote spandoek op de gevel van theater De Spiegel. In het midden van het enorme witte doek zien we twee rode pepers in de vorm van een hart, met daarboven en onder de tekst: ‘Namens De Librije & Zwolse Theaters bedankt Nederland! Het is pittig… maar 100% dat we dit met z’n allen zullen overwinnen!’. Aaarrghhh! Waar moet ik beginnen? ‘100% dat we dit met z’n allen zullen overwinnen’. Honderd procent wat? Honderd procent zekerheid? Honderd procent hoop? Honderd procent aardbeienjam? Maar vooral de passage ‘dat we dit met z’n allen zullen overwinnen’. Als er nou één zekerheid is van dit hele coronavirus, is dat juist dat we het níet met zijn allen zullen overwinnen. Er gaan nog steeds dagelijks, gelukkig nu een stuk minder dan eerder, mensen dood. Die overwinnen het dus niet! Dus dat ‘met zijn allen’ is een beetje cru voor die duizenden Nederlanders die inmiddels zijn gestorven.

Op Facebook reageerde iemand in een openbare groep waar een foto van de poster bij De Spiegel was geplaatst precies als ik en ik dacht: yes! Een medestander! Ik ben niet alleen! Maar toen, de laatste zin van zijn betoog: “Heb lief vind ik sterker. Korter kan het niet”. Korter kan het wel, meneer! Ik zal het even voordoen: AHHHHHH!

Maar alle gekheid op een stokje, uiteindelijk erken zelfs ik dat de spandoeken toch ergens goed voor zijn. Natuurlijk voor de mensen die er hoop en kracht uit putten. Maar ook voor de mensen die zich eraan ergeren zijn ze goed. Het maakt duidelijk dat wij het privilege hebben óm ons druk te kunnen maken.

Het herinnert ons aan één ding: dat we léven.

 

Gerelateerde artikelen

Controleer ook
Close
Back to top button