BlogNieuws uit ZwolleVoorpagina

Blog ‘Levende grasmaaiers’ van Zwolle op weg naar winterverblijf

Door: Chantal Kuipers

Zwolle – De levende grasmaaiers van Zwolle zijn weer naar huis. De 272 ‘dames’ zoals Tjitse Terpstra, schaapsherder van de Zwolse kudde, zijn schapen noemt zijn op weg naar Friesland. De komende periode, in ieder geval tot het lammerseizoen, verblijven zij in de groene weides van Heerenveen en omstreken.

Foto’s: © Peter Denekamp – Zwolse schaapskudde

Uitzwaaien

Schoolklassen vol kinderen staan langs het hek om de schapen uit te zwaaien. ” Ik fiets hier elke dag met mijn moeder langs.” vertelt een meisjes met donkere krullen in het haar. ” Ik ben er wel een beetje bang voor, maar ga ze toch missen.”

De schapen zelf gaan Zwolle ook missen en zien de verhuizing niet zitten. Met moeite begeven ze zich richting de vrachtwagen. Gelukkig is daar hond Jim die zijn taak als bewaker van de kudde heel serieus neemt. Nauwlettend houdt hij de schapen in de gaten terwijl hij ondertussen naar Tjitse luistert voor de commando’s. Het spreekwoord ‘Als één schaap over de dam is volgen er meer’ klopt want zodra het eerste schaap naar binnenloopt volgt de rest van het groepje vanzelf.

Praten over schapen

De reis naar Friesland verloopt soepel en Tjitse vertelt honderduit over zijn schapen en de andere kuddes die hij onder zijn hoede heeft. Wie het romantische beeld uit films heeft over het hebben van een eigen kudde wordt snel uit de droom geholpen. “Ik sta ’s morgens heel vroeg op en ben vaak pas om tien uur thuis.” Ook de gezondheid van de dieren wordt scherp in de gaten gehouden. ” Ze krijgen extra vitamines als het nodig is en ik laat regelmatig hun ontlasting controleren op wormen. Verder knip ik hun staart bij en worden de nagels kort gehouden. Gelukkig heb ik veel hulp van Ditte want zij is er echt elke dag.”

Uit de vrachtwagen, in de wei

Aangekomen in Heerenveen wordt er eerst een stuk land afgezet door Tjitse. Dit om te voorkomen dat de schapen weglopen. Daarna is het wachten op de vrachtwagen. Dat duurt korter dan gedacht want terwijl hek nog omhoog wordt gezet komen de schapen er al aan. “Het is maar goed dat de schapen hier niet langsgaan.” Tjitse wijst op een stuk grond waar allemaal eikels liggen. “Daar mogen ze niet teveel van hebben, maar ze vinden het zo lekker dat ik ze dan met moeite meekrijg.”

De deur van de vrachtwagen gaat open en zo moeizaam als de schapen in de vrachtwagen wilden, zo graag willen ze eruit als hij ze roept. Enthousiast rennen ze de laadklep af. Het hek dat hij net nog zo zorgvuldig had neergezet houdt ze niet tegen. Binnen één tel lopen ze over het draad heen op zoek naar het verse gras. Op de vraag of hij zijn kudde niet terug gaat halen antwoord hij nuchter “Dat doet de hond straks wel.” En dat blijkt. Tjitse geeft het commando en de schapen lopen als makke lammetjes mee naar het andere veld.

Lammerenseizoen

De hele winterperiode staan de schapen nog in Friesland. Eerst verblijven ze in Heerenveen maar daarna zullen ze verhuizen in verband met de komst van de lammetjes. “De lammetjes komen altijd vroeg in het voorjaar, anders mogen ze straks niet mee naar Zwolle.” De schapen maakt het allemaal niet uit, zij kunnen hun geluk niet op met al het hoge gras dat hier staat. Wanneer er niets anders is te zien dan gras en bomen en het doodstil is, zijn we op de plek van bestemming. De schapen lopen zo ver weg dat ze bijna niet te zien zijn. ” Ik zet nog even stroom op het draad, maar ze komen eerst niet terug, ze hebben hier zoveel te eten.” Tjitse controleert het hek en roept zijn hond om mee te gaan.

Op weg terug naar de auto rennen de reeën over het veld heen. Met op de achtergrond de ondergaande zon en de grazende kudde geeft het toch een romantisch beeld ” Dit is toch prachtig.” Hij kijkt gelukkig om zich heen. De schapen blijven voorlopig achter in Friesland, maar ook hier blijft Tjitse voor zijn kudde zorgen. Het enige voordeel is dat ze nu vlak bij zijn huis wandelen en hij misschien iets later op kan staan.

 

Back to top button