Zwolle – Vrijdagavond stond “Daniël Lohues Elektrisch” geprogrammeerd op het podium van Hedon. Een dag daarvoor speelde hij nog op het Dauwpop festival in Hellendoorn. Het voorprogramma werd vrijdag verzorgd door Zwollenaar Fokko Mellema, zanger van de rockband Fokko. De rol van publieksopwarmer bleek Fokko op het lijf geschreven. Met leuke, korte anekdotes weet hij zijn liedjes aan elkaar te praten en bij iedereen in het publiek een lach op het gezicht te brengen en in actie te krijgen. Zijn antwoord daarop luidde: “Wat zijn jullie lief voor het voorprogramma”.
Met “we spelen straks 9 liedjes, dus het gaat niet te lang duren” kondigt hij zijn programma aan. Mensen met een klein beetje fantasie zien deze avond in Fokko, met zijn verwilderde krullen, een afstammeling van Lohues. Beiden eigenzinnige tekstschrijvers en een eigen manier van muziek maken. Doen waar je goed in bent, wat bij je past en waar je achter staat.
Samen met Bob Boeve brengt hij een akoestische set vol liedjes over kalverliefdes en lekker hangen op de bank met een biertje in de hand. Ze worden allemaal enthousiast ontvangen door het publiek. Na het titellied van zijn laatste album “Stadaarnietzodoeiets”, toont Bob eindelijk de inhoud van het mysterieuze koffertje dat al de hele avond op een kruk op het podium staat met een microfoon er op gericht. Het blijkt het klokkenspel van Bob te zijn, dat wordt ingezet voor afsluiter “Anna”.
Artiest en publiek hebben het prima naar hun zin. Na het laatste lied het applaus in ontvangst genomen te hebben, lijkt Mellema even te vergeten om het podium te verlaten. Voor de mensen die meer van Fokko willen zien; 28 juni staat hij met voltallige band èn met Bob in de kleine zaal van Hedon.
Daarna Daniël Lohues Elektrisch. Elektrisch betekent in dit geval dat Lohues met een complete rockband op het podium staat en nummers uit de periode speelt dat hij frontman van de band Skik was, afgewisseld met solowerk. Beginnend met “Nie Veur Spek & Bonen”, wisselt hij Skik klassiekers als “Naor Huus” en “Hoe Kan Dat Nou” af met solo materiaal als “A28”, “Prachtig Mooie Dag” en “Hier Kom Ik Weg”. Vorig jaar was hij nog te zien in het theater, waar hij een uitstekende verhalenverteller bleek te zijn. Maar vanavond worden er weinig verhalen verteld, het wordt een nietsaandehandbluesrockshow. Ook prima.
Bij het nummer “’t Giet Zoals ’t Giet” met daarin de kenmerkende nuchterheid van Lohues verwoord, komt de show op gang. Waar voorprogramma Fokko nog gekscherend iedere solo op akoestische gitaar aankondigde, zo adembenemend worden de solo’s van Daniel op elektrische gitaar ontvangen door het publiek.
Tijdens “Ja boeh (ik heb spiet van joe)” blijkt hoe muzikaal deze band is. Rockende blues a la Bo Diddley met een hoofdrol voor toetsenist Ferry Lagendijk. Een uitgebreide solo op het Hammond orgel en een duel met Lohues op gitaar.
De bekendste hit “Op Fietse” wordt gelukkig niet tot het allerlaatst bewaard, maar sluit de eerste set van de avond af.
De Drent blijkt dit met zoveel enthousiasme te hebben gespeeld, dat de punt van z’n plectrum is afgebroken.
De band komt nog terug voor een half uur en na een uur en drie kwartier verlaten de mannen het podium onder luid applaus vanuit de zaal. Van voor aan het podium tot achter in de zaal bij de bar gaan de handen in de lucht.