Kunst & CultuurNieuws uit ZwolleVoorpagina

CRUX – Schilderijen van Martin Kobe, Mirjam Völker, Robert Seidel en Titus Schade

Zwolle – Met de tentoonstelling CRUX laat Museum de Fundatie vanaf 18 januari 2020 het publiek kennismaken met het werk van vier schilders uit Leipzig: Martin Kobe (1973), Mirjam Völker (1977), Robert Seidel (1983) en Titus Schade (1984). Hun wegen kruisten toen zij studeerden aan de beroemde Hochschule für Grafik und Buchkunst in Leipzig. Kobe was Meisterschüler bij Arno Rink; Völker, Seidel en Schade bij Neo Rauch.

Leipzig is naast muziek- en boekenstad een brandpunt van de schilderkunst. Max Beckmann is er geboren en na de Tweede Wereldoorlog speelde de stad een prominente rol in het kunstleven van de DDR met Werner Tübke, Wolfgang Mattheuer en Bernhard Heisig als belangrijkste representanten. In Oost-Duitsland werd figuratief geschilderd en dat was zowel een staatsopdracht als een keuze van de kunstenaars. Abstractie en conceptualiteit, in die tijd zo beeldbepalend voor de kunst van ons in het westen, vonden in de DDR nauwelijks weerklank. Het is daarom geen wonder dat de kunst uit Leipzig in Nederland en in de westerse wereld toen gezien werd als ouderwets. Na de val van de muur vond met Neo Rauch (1960) de internationale doorbraak van de schilderkunst uit Leipzig plaats. Een generatie jonger dan Tübke, Mattheuer en Heisig, kreeg Rauch zijn opleiding in de DDR en hoewel hij een echte exponent van de Leipziger school was werden zijn grote figuratieve werken in de jaren 90 wel wereldwijd opgemerkt met belangrijke tentoonstellingen tot gevolg. Onder andere in het Metropolitan Museum of Art in New York. In het kielzog van Neo Rauch kregen een reeks schilders uit Leipzig een podium en geldt Leipzig sindsdien als een belangrijke kraamkamer voor schilderstalent.

© RTV Focus – Matthijs van Os
© RTV Focus – Matthijs van Os

 

Museum de Fundatie besteedt al enige jaren aandacht aan schilders uit Leipzig. In 2017 met overzichtstentoonstellingen van Werner Tübke (1929-2004) en Wolfgang Mattheuer (1927-2004). Van beide kunstenaars heeft het museum belangrijk werk binnen de collectie, waaronder het model voor Arbeiterklasse und Intelligenz dat Tübke schilderde voor de Universiteit van Leipzig. In 2018 volgde een groot retrospectief van Neo Rauch met 65 schilderijen uit de periode 1993-2017. Van hem toont de Fundatie permanent een voor Nederland uniek ensemble: vier werken uit eigen collectie (Gewitterfront uit 2016, het vorig jaar verworven Tal uit 1999 en twee werken op papier) én twee langdurige bruiklenen (Neujahr en Der Lehrling). In 2019 volgde een overzicht van Michael Triegel (1968). Met de tentoonstelling CRUX laat de Fundatie een nieuwe generatie schilders uit Leipzig zien. De grote schildertraditie van Leipzig en hun virtuositeit en aandacht voor architectuur en landschap verbindt hen.

Martin Kobe

Martin Kobe (1973) schildert interieurs en buitenruimtes – vooral open ruimtes. Zijn schilderijen zijn opgebouwd uit flarden van fictieve gebouwen. Ze vormen het decor voor iets groters, maar voor wat? De strenge architectuur dringt zich op vanuit de achtergrond en oogt modern en futuristisch, maar is verre van functioneel. Kobe speelt met perspectieven. Via verschillende verdwijnpunten creëert hij dynamiek die verwarrend werkt. Zijn schilderijen balanceren op de grens van droom en werkelijkheid. Scherp neergezette lijnen wisselen elkaar af met vage contouren van gebouwen, constructivisme versus deconstructivisme, schoonheid en vernietiging liggen dicht bij elkaar.

© RTV Focus – Matthijs van Os

Mirjam Völker

In de schilderijen van Mirjam Völker (1977) staan we oog in oog met de overblijfselen van een beschaving, overwoekerd door de natuur. De huizen, barakken en hutten in haar schilderijen zijn verlaten en doen soms Europees, dan weer Aziatisch aan. Is dit de wereld nadat de mensheid is uitgestorven of zijn het bouwsels waar kinderen spelen? Natuur en beschaving staan op gespannen voet. Woningen lijken de speelbal van de natuur en bezitten een welhaast menselijke kwaliteit. Vensters lijken op ogen en oren, bouwconstructies op ledematen. Deze antropomorfe structuren worstelen met de natuur, of misschien omhelzen ze elkaar. Het blijft een raadsel.

© RTV Focus – Matthijs van Os

Robert Seidel

Robert Seidel (1983) schildert volgens de oude techniek van zelfgemaakte verf van ei-tempera, laag over laag. Seidel maakt geen schetsen vooraf. Hij construeert op doek zijn eigen wereld en reduceert wat hij ziet tot platte, grafisch aandoende vlakken. Zijn werk is soms geïnspireerd op bordspellen en videogames, maar hij maakt ook heldere landschappen waarbij vooral het scherpe licht van de oceaan opvalt. Mensen schildert Robert Seidel op een bijna onderkoelde manier, met veel aandacht voor patronen en een frescoachtige benadering van het perspectief. Matglanzend, net als de auto’s, en motoren, die ook regelmatig opduiken in zijn oeuvre.

© RTV Focus – Matthijs van Os

Titus Schade

De schilderijen van Titus Schade (1984) zijn theatraal en doen denken aan decors die rechtstreeks van het toneel op doek zijn gezet. Zijn huizen staan letterlijk in de schijnwerpers, met strak omlijnde lichtbundels. Duitse architectuur, met name vakwerkhuizen, vormen consequent onderdeel van zijn composities. En op het moment dat we zijn kunst als Duits typeren beseffen we dat diezelfde vakwerkhuizen in heel Europa voorkomen. Schades kaarsrechte lijnen, die doen denken aan Mondriaan, vormen samengestelde werelden die herinneringen oproepen aan speelgoedhuizen. Een universum van bouwstenen waarbij Schade als een grote Schepper de bebouwing creëert voor een toekomstig mensenras.

© RTV Focus – Matthijs van Os
© RTV Focus – Matthijs van Os
© RTV Focus – Matthijs van Os

 

De tentoonstelling is ontstaan in nauwe samenwerking met de kunstenaars, Galerie EIGEN + ART en ASPN Galerie.

Tegelijk met CRUX is in het Drents Museum in Assen het werk te zien van de Leipziger schilder David Schnell (1971).

Bij Uitgeverij Waanders & de Kunst verschijnt de tentoonstellingscatalogus CRUX – Schilderijen van Martin Kobe, Mirjam Völker, Robert Seidel en Titus Schade. Met bijdragen van Ralph Keuning, Leonie Pfennig, Kito Nedo, Karoline Mueller-Stahl, Simone Sondermann en Larissa Kikol.

Back to top button