Arbeidsparticipatie mensen met arbeidsbeperking herstelt zich na coronacrisis
Zwolle – Na een daling van de arbeidsparticipatie van mensen met een arbeidsbeperking in 2020 laat deze in de eerste helft van 2021 voor de meeste groepen weer herstel zien. Alleen bij de groep volledig arbeidsongeschikten in de WGA is daar geen sprake van. Het herstel is het sterkst bij de Participatiewetters die zijn opgenomen in het doelgroepregister banenafspraak. Daar is het aandeel werkenden inmiddels hoger dan voor de coronacrisis.
De groepen die we in de monitor volgen, werken naar verhouding vaak in tijdelijke dienstverbanden en als uitzendkracht. De rode draad in de ontwikkeling van hun arbeidsparticipatie tijdens de coronacrisis lijkt te zitten in de mate waarin de verschillende groepen werken in tijdelijke dienstverbanden. Hoe groter het aandeel mensen met een tijdelijk dienstverband, hoe sterker de terugval in 2020 en hoe sterker het herstel in de eerste helft van 2021. Dit blijkt uit de Monitor arbeidsparticipatie arbeidsbeperkten van UWV.
Duidelijke daling in 2020
Vergeleken met de ontwikkeling op de totale arbeidsmarkt is de arbeidsparticipatie van de groepen arbeidsbeperkten in 2020 relatief sterk gedaald. Voor de totale Nederlandse bevolking lag de participatie in december 2020 0,5% lager dan eind december 2019. Bij de vier groepen arbeidsbeperkten waarop deze monitor zich richt, was de daling met tussen -1,9 en -4,0% duidelijk groter. In de eerste helft van 2021 zien we een gedifferentieerd beeld. Er was sprake van een economisch herstel. Bij de totale Nederlands bevolking steeg de arbeidsparticipatie met 0,8% en ligt het niveau van participatie alweer iets hoger dan vóór de coronacrisis. Ook bij de vier groepen arbeidsbeperkten was het herstel gemiddeld sterker dan op de totale arbeidsmarkt: tussen 0,8 en 4,6%. Uitzondering vormt de groep volledig arbeidsongeschikten in de WGA. Hun arbeidsparticipatie bleef dalen in de eerste helft van 2021 (-3,7%).
Sterk herstel arbeidsparticipatie Participatiewetters in eerste helft 2021
Tot en met 2019 nam de participatie bij de Participatiewetters in het doelgroepregister elk jaar toe. Door corona veranderde dat. Eind 2020 was het percentage werkende Participatiewetters gedaald van 46,4% naar 45,3%. In de eerste helft van 2021 zien we een heel andere ontwikkeling. Het aandeel werkenden steeg sterk, waardoor het in juni 2021 met 47,4% boven het niveau van eind 2019 lag. Dit komt doordat het herstel van de werkgelegenheid zich vooral voordeed voor uitzendkrachten en mensen met een tijdelijk dienstverband en ook vooral in de voor Participatiewetters belangrijke bedrijfstakken, waarbij de Uitzendbranche (+37%) er het sterkst uitsprong. Met andere woorden: in enkele maanden is de situatie omgeslagen en is de schade van de coronacrisis wat betreft het aandeel werkenden tenietgedaan.
Arbeidsparticipatie Wajongers herstelt relatief traag
In 2019 namen voor het eerst sinds 2012 het aantal en aandeel werkende Wajongers af. Tijdens de coronacrisis zien we in 2020 een extra daling en eind 2020 was het aandeel werkenden 48,4%, 2 procentpunt lager dan eind 2019. In het begin van 2021 daalde het aandeel nog verder, maar vanaf maart 2021 trad herstel op, waardoor we in juni 2021 uitkwamen op 48,9%. Het aandeel zit dan weer boven het niveau van 2020, maar dat is nog altijd 1,5 procentpunt lager dan eind 2019. De arbeidsparticipatie van de Wajongers herstelt dus enigszins, maar de klap van 2020 is nog niet tenietgedaan.
Arbeidsparticipatie van WIA groepen herstelt in 2021 deels
We onderscheiden drie ‘WIA-groepen’ in deze monitor: mensen met een volledige WGA-uitkering (80-100% arbeidsongeschikt), mensen met een gedeeltelijke WGA-uitkering (35-80% arbeidsongeschikt) en mensen die geen WGA-uitkering kregen omdat ze minder dan 35% arbeidsongeschikt waren (WIA 35-minners).
Het algemene beeld bij de drie groepen is dat door het aantrekken van de economie sinds 2014–2015 steeds een wat groter deel aan het werk kwam, maar dat de groei er in 2019 uit was. In het coronajaar 2020 daalde de arbeidsparticipatie bij de WGA-groepen. Bij de mensen met een volledige WGA-uitkering daalde het aandeel werkenden van 8,8% in 2019 naar 8,2% in 2020, bij de groep WGA gedeeltelijk van 47,2% naar 46,3% en bij de WIA 35-minners van 50,2% naar 48,5%. In de eerste helft van 2021 zien we een gedeeltelijk herstel optreden bij de groepen die niet volledig arbeidsongeschikt zijn. Bij de groep WGA gedeeltelijk steeg de participatie van 46,3% naar 46,7% en bij de WIA 35-minners van 48,5% naar 49,2%. Bij de mensen met een volledig WGA-uitkering daalde het aandeel werkenden echter naar 7,9%.
Gedeeltelijk WGA’ers werken vergeleken met Wajongers en Participatiewetters uit het doelgroepregister naar verhouding vaak in de publieke sector (36% in 2019) en relatief weinig in de bedrijfstakken die het hardst geraakt werden door coronacrisis zoals de Horeca & catering en de Uitzendbranche (tezamen 10% in 2019). Daardoor werden ze in 2020 naar verhouding minder geraakt door de crisis, maar profiteren ze naar verhouding minder van het herstel van de werkgelegenheid in 2021, dat vooral plaatsvindt in die bedrijfstakken.
Over de Monitor arbeidsparticipatie arbeidsbeperkten
UWV brengt sinds 2012 jaarlijks de Monitor arbeidsparticipatie [hier link toevoegen naar de monitor]) uit. Hierin beschrijven we de ontwikkeling van de arbeidsparticipatie van mensen met een Wajong-uitkering, van mensen met een WGA-uitkering (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) en van WIA 35-minners.. Om een completer beeld te krijgen nemen we sinds 2019 ook de arbeidsparticipatie mee van mensen die onder de Participatiewet vallen en zijn opgenomen in het doelgroepregister voor de banenafspraak. Zij vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten voor wat betreft het verstrekken van inkomensondersteuning en de begeleiding richting werk. Normaliter richt de monitor zich op het voorafgaande afgeronde jaar, in dit geval 2020. Maar vanwege de actualiteit van de coronacrisis werpen we in deze monitor ook een eerste blik op de ontwikkeling in de eerste helft van 2021.