ColumnsKabelkrantNieuws uit ZwollePEC ZwollevandetribuneVoorpagina

Anton Cramer: Bocht

2020-11-25: Van de tribune

Zwolle – Goede wijn behoeft geen krans, zo zegt het gezegde. Maar hoe zit dat ook alweer met slechte (of alcoholvrije) wijn. Daar hebben we ook een uitdrukking voor: dat is ‘bocht’. Wat wijn met PEC Zwolle te maken heeft legt Anton Cramer uit in zijn nieuwste Van de tribune.

Iedere twee weken laat Anton Cramer – columnist en schrijver – zijn licht schijnen over zijn belevenissen op de tribune van zíjn PEC Zwolle. Regelmatig maakt hij daarbij een uitstapje naar de stad. Hoewel hij onvoorwaardelijk fan is van de Zwolse eredivisionist, schuwt Anton het zeker niet om zich ook kritisch uit te laten. Maar altijd vanuit de liefde die hij voelt voor de club.

Bocht

Op het oog was het een kleinigheidje toen ik zoonlief zondagmiddag aan zijn lunchtafel vroeg wat hij
eigenlijk van de wedstrijd PEC tegen FC Utrecht had gevonden. Zijn antwoord was gelijk aan mijn
hinkelen op twee gedachten. Blij met een punt en enorm teleurgesteld in het spel.
In één adem voegde hij er aan toe dat hij eindelijk met mij weer eens naar een wedstrijd had kunnen
kijken. Te lang geleden pa. Het woordje té liet hij net iets langer doorklinken.
We hadden samen gekeken. Eensgezind gelachen om de Utrechtse rechtsback met een verleden in
ons blauwwitte shirt, die in het roze een van de zwakke schakels was. We hadden gemopperd op het
onsamenhangende spel in de tweede helft . Synchroon juichten we om de Zwolse goal en hadden we
beiden moeite met de anderhalve meter afstand.
Echter, we waren er niet bij. We zaten voor een televisiescherm ergens in een Fries dorp. Te ver van
het stadion aan de Ceintuurbaan. In de warme woonkamer leverden we ons commentaar, terwijl we
dat honderdduizend keer liever hadden gedaan op de ongetwijfeld ijskoude tribunes.
De algemeen manager van PEC heeft ongetwijfeld de allerbeste voornemens, maar hij twittert iedere
wedstrijd van te voren een foto van een leeg stadion. Hij zal het niet met opzet doen, bij mij voelt het
alsof hij een zoutvaatje omkeert in mijn open wond.
Het spel volg ik op de tv misschien nog wel beter dan in vak 17 op mijn blauwe kuipstoeltje. Ik zie veel
beter het coachen, pardon het niet coachen van onze trainer. Ik zie de verschillen tussen hem en zijn
enthousiaste en meelevende collega trainers vol in beeld.
Ik hoor de stem van onze stadionspeaker via de televisie terwijl ik na zijn doelpunt drie keer de naam
Saymak wil scanderen. Ik hoor de meest merkwaardige zaken zoals schreeuwende spelers die als een
kermisattractie kermend rondrollen na een overtreding.
Het is surrogaat in het verlangen naar mijn vaste tribuneplek. Als ik de foto van de algemeen manager
zie, dwalen mijn ogen naar mijn lege stoeltje net boven een commercieel spandoek.
Het traditionele mopperen met mijn voetbalmaat, het schuifelen door de wandelgangen na weer een
enorme partij onrecht en dubieuze handelswijzen van de scheidsrechter van dienst. Ik mis het en die
leemte wordt steeds groter.
Twitter is tijdens publiek loze wedstrijden een soort van digitale tribune. Doelpunten worden luid
bejubeld, de hoofdtrainer is het mikpunt van spot en ook het bestuur krijgt kruiwagens kritiek die
anders gewoon van de echte tribunes neerdalen. Nu komen ze onder het door algoritmen bestuurde
vergrootglas terecht.
Kortom, samen met zoonlief PEC kijken was een verademing na wekenlang solo kijken met slechts
een kat in de gordijnen. Het blijft een matig vervangingsmiddel. Schenk een wijndrinker onverwacht
een glas alcoholvrij rood in en hij zal het je uiterst lang kwalijk nemen. Hij zal het bocht noemen.
Anton Cramer


Gerelateerde artikelen

Back to top button